Help ik word beroepsduiker

30 maart 2022. Deze maand heb ik de opleiding tot beroepsduiker afgerond, om als bioloog duikend onderzoek te kunnen blijven doen. Lees hier hoe je een echte duiker wordt.

Wie had dat gedacht! Half februari zit ik om 8 uur ‘s ochtends aan de koffie bij BC-opleidingen in Enkhuizen. Dat ik ooit nog eens een cursus beroepsduiken zou doen! Mijn comfortabele thuiswerk-situatie verandert voor de komende drie weken in een beroepsduik-achtbaan. Ik vertel dat ik als marien bioloog onderzoek doe bij Wageningen Marine Research. We onderzoeken de biodiversiteit op wrakken, plaatsen meetinstrumenten, dat soort werk. Niet te zwaar, en niet te ingewikkeld en prima te doen met een 3* CMAS brevet. Maar officieel mag dat niet van de ARBO, vandaar dat ik nu de beroepsopleiding begin. Mijn buddies komen uit hele andere hoeken en zien zichzelf straks bezig in de offshore (‘lekker uit je tassie leven’), voor scheepsinspecties (‘ik werk al bij een duikbedrijf’), als opleider (‘ben al 9 jaar duikinstructeur’), of moeten nog maar zien waar ze belanden. Ik blijk de enige die de A3 cursus doet: duiken met een fles (Scuba) tot 30 meter. De rest gaat voor de zesweekse B3 cursus. Dat wil zeggen: duiken met lucht door een slang (SSE-duiken). De cursus wordt begeleid door een hele reeks professionals, waaronder ex-kikvorsmannen, een beroepsduiker en diverse brandweermannen. Een van hen is de altijd enthousiaste Hans (ex-defensie duikopleider en ook coach), onze opleider voor de eerste week. We beginnen met de gedragscode: open staan voor elkaar, laagdrempeligheid, samen de eindstreep halen, elkaar helpen en respectvol met elkaar omgaan. Het teamgevoel wordt vlot aangewakkerd.

Back to school: trimmen en rondjes zwemmen onder begeleiding van Hans. 

Diepblauwe duiktoren

Daar in Enkhuizen hebben ze het goed voor elkaar. Het moderne betonnen gebouw heeft een verticaal zwembad, een aantal moderne leslokalen en  omkleedruimtes. Het ziet er spectaculair uit: twee diepblauwe bassins (9 en 3.5 m diep) met een verbindingsstuk (1.40 m). Ik krijg meteen de neiging om erin te springen, maar houd me in. Hans legt uit dat er 35 camera’s geïnstalleerd zijn, zodat hij de duikers op de TV schermen precies kan volgen. Aan de ene muur hangt duikapparatuur met felgekleurde slangen voor het SSE-duiken. Ertegenover in een halletje onze scuba flessen. Om de hoek bevindt zich een vulstation, een eerstehulp station, en daarnaast een model-autowrak, dat het bad ingehesen kan worden, en waarmee cursisten van de brandweer reddingsoperaties oefenen.

Duiktoren met de 9 m en 3.5 m baden.
Interspiro duikset

We gaan naar een leslokaal met uitzicht op het Markermeer. Eerst krijgen we theorie van ‘zandhaas’ Robbert, ex-defensie duiker. Hij vertelt ons over de scuba duiksets die we gaan gebruiken. Ze zien er voor mij nogal vreemd uit: dubbel-6 flessen gevuld met 300 bar (‘Interspiro MKIII’), met een ‘reduceer’, antivriesballonnetjes (handig!), en een reservetrekstang. Je hangt de handel ondersteboven op je rug. Belangrijk is om je spullen volgens vaste procedures te checken. Want: als beroepsduiker ben je niet voor de lol bezig. “Straks leg je op 15 meter en ben je aan het kettinghakken” aldus Robbert, “en dit is jouw systeem waarmee je veilig naar je werk moet kunnen”. Ondertussen wordt de opeenstapeling van informatie vandaag mijn Groningse buddy Jos wat veel en hij deelt dit gevoel meteen in de groep: “Bij mij komt het nu even niet meer binnen”. Hans prijst hem om zijn openheid, zo moet dat straks bij het duiken ook. Dus tijd voor lunch en koffie. In de duiktoren gaat de theorie ‘s middags weer verder. Hans en Robbert leggen ons uit hoe je de duikset opbouwt, hoe je het volgelaatsmasker monteert, wat je doet in geval van nood, wat er op de verschillende checklists staat, en niet onbelangrijk: hoe je koffie zet. In de loop van de middag gaan we onze spullen ophalen in het magazijn en voor het eerst onze duikset opbouwen. Het is even pielen. De kleinere flessen en spaghetti van slangen en banden maken dit niet per se heel makkelijk, vergeleken met mijn normale duikset. Ook testen we de droogpakken, zodat alles gereed is voor morgen.

Parelen

Dag twee. Omdat vier van de zes cursisten überhaupt nog nooit gedoken hebben, moeten we eerst zo snel mogelijk ‘watervrij’ worden. Het eerste uurtje duiken we nog met een gewone duikbril. Dan meteen met het volgelaatsmasker. We leren goed trimmen door rondjes tussen de twee baden te zwemmen. Van 3.5 meter via 1.40 naar 5 en weer terug. Tikt Hans op de trap, dan is het freeze! Ben je niet goed uitgetrimd, dan zink je of stijg je op en ben je de sjaak. Twee keer tikken en je mag verder zwemmen. Ik voel me als een hondje die door hoepels moet springen en hoop na een paar rondjes dat het niet te lang duurt. Maar de nieuwelingen zijn er logischerwijs nog niet allemaal even handig in. Zaka schiet omgekeerd met de voeten naar boven als een dobber. Aan het eind van de dag volgt de evaluatie met ‘tips en tops’. Hans vindt ons super-geconcentreerd, complimenten, maar tipt “houd je hand bij de deflator”, omdat we nog te weinig controle tonen.

Mijn buddy Zaka leert trimmen.

De dagen daarna gaan we verder en dieper naar 5 en daarna 9 meter. Beroepsduiker Job, een relaxte gast die al 20 jaar onder water werkt, komt ons helpen om noodopstijgingen met octopus te maken (‘storing tweede trap’). Je moet jezelf altijd kunnen redden, want “geen lucht onder water is geen leven”. Het is mijn beurt. Ik daal af naar een plateautje op 5 meter diepte, kniel voor Job, haal nog even rustig adem, en trek dan op zijn signaal mijn volgelaatsmasker af. Ik krijg een plens water in mijn gezicht, maar het is warm zwembadwater, geen punt. Ik schuif het masker rustig om mijn linkerarm, om het niet kwijt te raken. En dan parelen, parelen, parelen: kleine belletjes blazen, zodat je nooit een ontplofte long kunt krijgen als je de opstijging maakt. Ik krijg een por van Job omdat ik het parelen in eerste instantie vergeet. Dan de octopus trekken, het mondstuk schoonmaken met je vinger, lucht blazen (‘purgen’), en dan op hoop van zegen de octopus in mijn mond. De beroepsduik-octopus is een geval apart: een ongewillig kreng met gebruiksaanwijzing. Uiteraard is het een fantastische uitvinding, een heavy duty kampioen die nooit faalt. Maar mijn grootste vriend is hij niet, vooral niet op de momenten dat hij water in mijn luchtpijp spuit. In het ondiepe ging het al een paar keer mis, en nu weer. Hoe is het mogelijk, vraag ik me af. Ik heb nog nooit een probleem met een octopus gehad, en deze laat me verzuipen. Ik volg het touw, zwem snel omhoog en kom al hoestend boven. Medecursist Joel heeft het wel door en legt de truc uit: octopus in de mond en dan eerst drukken op de purgeknop, voordat je ademt. Dan blaast het water weg. Het lijkt te werken, en inderdaad kom ik de volgende keren goed boven.

Duiker-in-nood procedure: hoe red je je bewusteloze buddy.

Aan het eind van de week leren we ook de ‘duiker in nood’ procedure. Een bewusteloze buddy ligt op de bodem en het is jouw taak die veilig boven te brengen. Je moet een hele reeks checks uitvoeren om zijn toestand en luchtvoorraad te controleren en om te voelen of hij niet verstrikt zit en geen gereedschap in zijn handen heeft. Deze oefening vind ik dan weer prima te doen, iemand redden lukt me wel. Zo, de eerste week zit erop en ik moet toegeven dat ik elke dag totaal gesloopt thuis ben gekomen.

Ik ben er klaar mee

Week twee. Er staat een koude oostenwind. We gaan vanaf de steiger in het Markermeer oefenen met communicatie, met het zoeken van objecten, lijnsignalen en we doen een autowrakinspectie. Ik sta werkelijk te popelen om deze uitdaging aan te gaan. Op de kant staat een haspel met een knoppendoos en een koptelefoon. Die wordt gekoppeld aan de duiker die twee oortjes en een microfoon in het volgelaatsmasker heeft. We testen het setje en het lijkt te werken. De communicatie moet kort en bondig: “dus geen lang lulverhaal” aldus ex-marinier Tim. Hij is deze week onze begeleider, staat altijd kaarsrecht en heeft verstand van alles. En hij heeft een werkverleden waarin hij de gevaarlijkste en naarste dingen heeft gedaan die je maar kunt bedenken. Iets met bommen, ontsnappingen uit onderzeeërs, maar ook iets met massagraven. Hij werkt hier al een aantal jaar “omdat ik geen geraniums heb”. Voor de veiligheid gaan we via ‘de handreiking’ te water. Tim instrueert “poepertje op de steiger!” Ik ga zitten, pak zijn hand, zet mijn andere hand op de steiger, en laat me zakken in de groene soep.

Training in het Markermeer

Na een masker-check (hoofd onder water, schudden, kijken of er geen lucht ontsnapt) zwem ik uit. De communicatie is helaas ruk door blazende bellen die langs mijn hoofd ontsnappen. Blijkbaar sluit mijn masker niet goed aan, waardoor alle instructies van boven ongeveer zo klinken: “Blubl blub blub nablub rechtsblub, naar blub! Rechts!” Met de communicatielijn over mijn schouder probeer ik naar rechts te gaan. Maar een echt lijngevoel krijg ik niet. Dus ik ploeter voort, op weg naar een autowrak. Het zicht is 10 cm, het is donker en de bodem is prut. Al met al geen feestje. Onder water vraag ik me ondertussen sterk af wat ik daar in godsnaam aan het doen ben. Ik hoor niks, ik heb geen idee waar ik ben, ik zie niks. Mijn ideaalbeeld van een bioloog die op mooie plekken rondzwemt verbrokkelt rap en er bouwt zich een beeld op van een klussende bouwvakker onder water of zelfs een autowrakberger. Ik besluit, terwijl ik de auto aan het aftasten ben: klaar ermee! Dit is niet mijn idee van wat ik met duiken wil. En dan moet ik straks zeker op 30 meter in het pikkedonker een duiker in nood behangen met gereedschap uit een auto gaan redden met 10 cm zicht. Doei! Jammer, maar dit is niks voor mij. Ik krijg wel direct een hoop respect voor al die brandweerlieden die bij nacht en ontij mensen uit auto’s redden uit de gracht.

Communicatie naar de duiker die het autowrak moet vinden in het Markermeer

Na een bord pittige pasta van Loes in de kantine trek ik weer een beetje bij. Ik bespreek het voorval met Tim, kom erachter dat ‘time out’ ook een optie is. Die middag laat ik het wrak even voor wat het is, en doe mijn best als communicatieman aan de kant. Ik hoor van Hans dat het slechts een extra oefening is, niet verplicht voor mijn cursus, wel goed om m’n grenzen op te zoeken. Vooruit dan maar.

Toverdoos

De rest van de tweede week en derde week zitten we vooral in de duikput op het terrein naast de duiktoren. Het is nog steeds koud, maar de zon schijnt. De put is een bruine bak water van 22 meter diep, met een opening van 5 x 5 m. De zijkanten bestaan uit damwanden met steunbalken, voor de stevigheid. Hij is gevuld met Markermeerwater en er zitten zelfs vissen in. Het zicht is hier een stuk beter, met 1 tot 1.5 meter. We houden ons bezig met diepere duiken tot de bodem, en daarna met opdrachten op de beweegbare bodem die op 9 m of 15 m diepte is vastgezet. Onder toeziend oog van Kaj, een boom van een ex-marinier, en een alleskunner, moeten we van planken nette kistjes met loodrechte hoeken timmeren onder water (hout drijft!). Daarna komt Tim met de toverdoos: een soort IKEA pakket van metaal, schroeven, flenzen, bouten, moeren en hout. Ook die moet netjes in elkaar worden gezet. Ik vermaak me wel. We hijsen dingen van boven naar beneden en werken met hefballonnen en takels.

De duikput van 22 meter diep

Dan gaan we serieuze decompressieoefeningen doen, waarbij we binnen vier minuten na opkomst in een decompressietank op druk moeten zitten. Twee buddies trekken je fles, masker, lood, vinnen, handschoenen en de rest zo snel mogelijk van je lijf. Dan wurm je je uit je pak, en floep je de decotank in. Hup, snel de deur dicht en de druk omhoog. Tim zit aan de knoppen en Job kijkt ons door het patrijspoortje aan. Je moet veel meer klaren dan onder water, maar heel ingewikkeld is het niet. We geven Job OK signalen door het raampje, en oefenen ook met tikken met een hamer, voor het geval de andere communicatie uitvalt. Een ballonnetje met lucht op het bankje voor me krimpt tot de helft van z’n grootte. Eenmaal op druk doe je een zuurstofmasker op en blijf je relaxed zitten, zodat de stikstofbelletjes nergens in je bloedsomloop blijven klemmen. Als de tank zes minuten later weer van de druk afgaat, wordt het ijskoud binnenin. Dat is een merkwaardig fenomeen, maar precies volgens de theorie van de gaswetten. Verder maken we voor het curriculum nog een diepe duik in een zandput op het Markermeer, een half uurtje varen. Hier ook maar 10 cm zicht en geen vis te zien. De boottocht is wel lekker.

De decompressiekamer
Diepe duik in het Markermeer

Examentijd

De nacht voor het praktijkexamen. Ik moet naar de WC, en ga in het holst van de nacht toch nog eens even mijn ‘storing tweede trap’ oefenen. Volgelaatsmasker af, om de linkerarm. Parelen, parelen, parelen. Octopus, ‘purgen’, ding in mijn mond, ademen. Het gaat goed. De volgende ochtend sta ik weer paraat, en ik vertel aan de examinatoren luid welke checks ik aan mijn Interspiro duikset doe (de ‘pre-dive check’). Dan richting de duikput. De wind waait weer hard uit het oosten over het Markermeer. Kaj trekt zijn indrukwekkende SSE-setje aan (grote helm, fluoriserend bandenstel, groot pak), duikt naar beneden en doet de voorbereiding. De drijvende vloer op 9 meter moet nog even aan de oostkant vastgebonden worden, zodat er ruimte voor de opstijging is. Na de buddycheck en de kadecheck met de examinator mag ik als eerste laten zien dat ik de 15 m kan aantikken. Ik ben iets langzamer dan de vereiste 18 m per minuut, maar verder ging het goed.

In de duikput

De tweede oefening is die waar ik het meeste tegenop zie: ‘storing tweede trap’: volgelaatsmasker af, een sloot koud water (7 graden) op je gezicht, en het gevecht met de octopus. Het gaat vast lukken, maar helemaal vertrouwen doe ik niet. Een felle lamp schijnt in mijn gezicht wanneer ik op het platform aankom. Kaj heeft twee koplampen op me gericht, en een camera, zodat de examinatoren op het scherm boven niets missen. Ik kijk als een hertje in het licht, en denk alleen maar: “Relax, Kaj is erbij, het komt goed. Ik ga nu op 9 m diepte een volgelaatsmasker afzetten en een kreng van een octopus indoen, en ik hoop maar dat ik niet verzuip”. En inderdaad, geen probleem, alles volgens het boekje. De derde oefening bestaat uit het redden van een bewusteloze duiker. Daarvoor moet je weer even ‘in de film’ zitten, zoals Tim dat steeds herhaalt. En vertellen aan de communicatie wat je aan het doen bent. “Ik daal af langs de lijn van de duiker in nood, ik zie bubbels, ik zie dat hij ademt, hij is niet bij bewustzijn” enzovoort. De ex-marinier filmt weer van de zijkant en de examinatoren kijken boven mee. Na alle oefeningen evalueren de mannen het examen in de kleedkamer. We zijn geslaagd!

Wat doet een beroepsduiker?

Het zal je verbazen hoeveel beroepsduikers er zijn in Nederland, en wat die allemaal doen. Ik had er geen weet van in ieder geval. Als bioloog denk je dat alleen biologen en archeologen duikend werk doen, maar dat is niet zo. En er is ook nog eens een schreeuwend tekort aan beroepsduikers. Dus ja, ik zie nu opeens allerlei carrièrekansen. Het werk zit ‘m in de bouw van tunnels, inspectie van schepen en olie- en gasplatformen, in de huizenbouw, kadeonderhoud, je kunt het zo gek niet bedenken. Ook elke dierentuin met een aquarium heeft al een beroepsduiker nodig, maar in dat geval heb je aan niveau A1 (duiken tot 5 m) al genoeg. Het verschil met ‘gewoon’ duiken is onder andere dat er altijd een team van drie mensen is: de duiker, de duikploegleider boven water, en een reserveduiker. Ook is er altijd communicatie: als duiker kun je gewoon praten met degene boven water, en hoef je over de duik zelf niet zo heel erg na te denken, want daar is de duikleider voor. “In feite word je opgeleid tot bouwvakker onder water,” vertelde cursusleider Hans al de eerste dag. Een cursus beroepsduiken is verplicht als je in Nederland onder water wil werken, want duiken valt onder de ARBO wet in de categorie gevaarlijke beroepen.

SSE-duiken. Ik mocht een dagje meedoen met de introductiedag SSE-duiken. Zware helm, maar wel gaaf!

Hoe zit het met de opleiding?

Bij BC-opleidingen in Enkhuizen kun je een aantal keer per jaar een beroepsopleiding starten tot elk niveau. De eisen voor beroepsmatig duiken zijn allemaal wettelijk vastgesteld, net als de eisen voor het examen. In die zin kun je het traject met dat voor het halen van een rijbewijs vergelijken. (Zie ook https://www.werkenonderoverdruk.nl/persoonscertificaten). Goedkoop is het allemaal niet, maar dat komt omdat de opleiding niet gesponsord wordt. Maar, zo hoorden we, als een duikbedrijf echt zit te springen om mensen, willen ze je ook wel helpen om een oplossing voor de financiering te vinden. Naast de praktijkopleiding moet je ook een online e-learning training doen, die vrij goed is opgezet. Het is een behoorlijke hoeveelheid leerstof, in een digitale leeromgeving met een coach. Het kost een aantal dagen om er goed doorheen te gaan en de oefenvragen te beantwoorden. Het theorie examen volgt in de laatste week van de cursus en is ook digitaal. In het pand van BC-opleidingen is ook Totally Scuba gevestigd. Cursist Jeroen, die er werkt, legt uit dat ze zelf pakken maken, en verder allerhande automaten en pakken servicen en repareren. Zowel voor de opleiding als voor verschillende duikshops. Gaat je pak in de opleiding kapot, dan kan hij hier a la minute gerepareerd worden.